Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA) en Martini Ziekenhuis Groningen hebben gezamenlijk een overeenkomst met het UMCG gesloten om coassistenten op te leiden. Beide ziekenhuizen begeleiden in totaal 128 geneeskundestudenten. Daarmee zijn ze de grootste partner van het UMCG als het gaat om M1-coschappen. Maandag 20 oktober werd in het WZA het officiële startschot gegeven voor de samenwerking tussen de drie partijen.

Met het doorknippen van een kleurig lint voor de deur van de nieuwe ‘co-kamer’ in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA) en onder toeziend oog van de eerste groep van twintig coassistenten is het officieel: het WZA is een volwaardige partner geworden van het Martini ziekenhuis. Het Martini is al meer dan veertig jaar een affiliatieziekenhuis van het UMCG, het WZA komt daar nu bij. Voortaan begeleiden het WZA en het Martini Ziekenhuis samen een groep van 128 coassistenten uit het eerste jaar van de masteropleiding geneeskunde (kortweg M1); 40 ervan verblijven een heel jaar in Assen, en 88 in het Martini Ziekenhuis. De groepen wordt gesplitst en wisselen zes weken ziekenhuisstage steeds af met zes weken in het Klinisch Trainingscentrum van het UMCG.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Bijzonder aan de overeenkomst is het partnerschap van het Martini Ziekenhuis en het WZA: zij gelden als één affiliatiepartner op twee locaties. Bestuursvoorzitter Hans Feenstra van het Martini Ziekenhuis: “WZA en Martini dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor onderwijs en opleiding van de artsen van straks. Het is een mooi voorbeeld van de steeds intensievere samenwerking tussen onze ziekenhuizen.” Twee opleidingsartsen van het Martini Ziekenhuis zijn in het WZA gestationeerd om de studenten didactisch te begeleiden. Elke woensdag hebben de coassistenten daarnaast een scholingsdag: ’s ochtends in het Martini, waarin ook de medische staf van het WZA participeert, en ’s middags in het UMCG.

Bijzondere samenwerking

“Een bijzondere samenwerking”, noemt ook prof. dr. Jos Snoek van het UMCG het. Als voormalig coördinator van de masteropleiding Geneeskunde van de Rijksuniversiteit Groningen stond hij aan de wieg van de nieuwe Gronings-Drentse opleidingsconstructie. “Voor het UMCG is het belangrijk dat onze studenten tijdens de klinische fase van hun opleiding op verschillende manieren met de praktijk van de patiëntenzorg in aanraking komen”, aldus de heer Snoek. “Een middelgroot provincieziekenhuis als het WZA is echt anders dan een groot academisch ziekenhuis. Dat het Martini Ziekenhuis en het WZA de krachten bundelen en op die manier 128 van onze coassistenten een opleidingsplaats kunnen bieden, is natuurlijk prachtig.”

Extra dynamiek

Voor het Wilhelmina Ziekenhuis Assen zijn de veranderingen het grootst. Van de tien coassistenten die het ziekenhuis voorheen slechts voor losse coschappen van zes weken bij zeven vakgroepen liepen, gaat het aantal nu omhoog naar veertig coassistenten die een heel jaar bij tenminste zestien vakgroepen meedraaien. Voor Boudewijn Ponsioen, bestuursvoorzitter van het WZA, is het voordeel van coassistenten duidelijk: “Je leert zelf veel als je iemand anders iets leert. Vragen stellende jonge mensen brengen extra dynamiek in huis en houden ons scherp.”