U kunt hier uw voorkeuren instellen voor cookies voor sociale media en doelgerichte reclame. We plaatsen altijd functionele cookies en analytische cookies. Functionele cookies zijn nodig om de site goed te laten werken. Met analytische cookies verzamelen we anonieme gegevens over het gebruik van onze site. Met die gegevens kunnen we de site verder verbeteren zodat u makkelijker kunt vinden wat u zoekt.
Meer loopbaanmogelijkheden voor verpleegkundigen en een goed antwoord op een tekort aan aiossen. Dat waren in 1997 redenen voor het UMCG en de Hanze om de opleiding Advanced Nursing Practice te starten. Verpleegkundig specialisten Mariska Hamminga (56) en Karin de Gooijer (65) herinneren zich het pionieren. 'Dit moet een arts toch doen?'
Mariska Hamminga en Karin de Gooijer waren in 2000 een van de eerste gediplomeerde verpleegkundig specialisten
Op 19 januari 2000 krijgen Mariska Hamminga en Karin de Gooijer samen met 18 andere verpleegkundigen een feestelijke handdruk van minister Els Borst en hun masterdiploma Advanced Nursing Practice. De nurse practitioners hebben vanaf dit moment officieel een vak dat nog niemand in Nederland uitoefent. 25 Jaar later heten ze verpleegkundig specialist en zijn Mariska en Karin twee van de 150 verpleegkundig specialisten in het UMCG, waar nog twintig in opleiding zijn. In heel Nederland zijn inmiddels 6000 verpleegkundig specialisten.
Karin de Gooijer zet haar handtekening voor het diploma Advanced Nursing Practice in 2000 onder toeziend oog van Els Borst, minister van VWS
Geschiedenis
In 1997 werkt Mariska Hamminga als SEH-verpleegkundige in het Martini Ziekenhuis en is ze op zoek naar meer verdieping en zelfstandigheid. Wat ze zeker weet: ze wil dicht bij de patiënt blijven en ambieert geen managementfunctie. Karin de Gooijer is dan regieverpleegkundige in het UMCG op de verpleegafdeling van thoraxchirurgie. Ook zij wil zeker het contact met de patiënten en de familie niet missen, maar is wel op zoek naar iets nieuws. Dan vraagt haar hoofdverpleegkundige of de nieuwe opleiding Advanced Nursing Practice die het UMCG en de Hanze organiseren, iets voor haar is. De rest is (een levendige) geschiedenis.
Verpleegkundig specialist op de poli
Anno januari 2025 is Mariska verpleegkundig specialist op de poli traumachirurgie van het UMCG. Ze doet medische anamneses (intakegesprekken) met patiënten, lichamelijk onderzoek, vraagt diagnostiek aan, overlegt met andere specialismen, stelt een behandelplan op, schrijft medicatie voor, is aanspreekpunt voor verpleegkundigen en medewerkers medische administratie, doet de triage voor patiënten die door huisartsen en ziekenhuizen naar het UMCG zijn verwezen...
Zaalarts op de thoraxverpleegafdeling
Karin en haar collega-verpleegkundig specialisten op de thoraxverpleegafdeling vertellen hun patiënten dat zij als verpleegkundig specialist doen wat een zaalarts ook doet: 'Behalve opereren'. 'De chirurg is de hoofdbehandelaar, maar ik doe anamneses, loop visites, beoordeel medicatie en schrijf die voor, doe lichamelijk onderzoek, bepaal of een patiënt met ontslag kan, ben de vraagbaak voor verpleegkundigen...'
Van onbekend naar zeer bemind
Allebei begeleiden ze ook coassistenten, geven onderwijs aan a(n)iossen en verpleegkundigen en verzamelen data voor wetenschappelijk onderzoek. 'We zijn van onbekend naar heel erg bemind gegaan', zegt Mariska. Karin merkt dat helemaal nu ze binnenkort met pensioen gaat. 'Ik heb nog heel veel plezier in mijn werk en ben ook niet moe, ik vind het nog steeds heel leuk. Maar een keer is het werken genoeg geweest. En nu hoor ik mijn collega's zeggen: Jij kunt helemaal niet weg, aan wie moeten we dan alles vragen?'
Zo was het natuurlijk niet, 25 jaar geleden.
Mariska Hamminga krijgt in 2000 een feestelijke handdruk van minister van VWS Els Borst en het diploma Advanced Nursing Practice
Diplomatiek
Ze hebben hun nieuwe vak echt moeten verkopen in het UMCG en het Martini Ziekenhuis, zeggen ze. 'Bevechten', zegt Karin. 'Door steeds onze eigen rol, grenzen en verantwoordelijkheden te bepalen en diplomatiek te handelen,' zegt Mariska. 'Dat was in het begin heel lastig. Dan belde ik bijvoorbeeld naar de radiologie om beeldvorming aan te vragen en hoorde ik: 'Wie ben jij? Dit moet een arts doen.'
Geen eindverantwoordelijkheid gewend
We waren ook niet gewend om de eindverantwoordelijkheid te hebben', zegt Mariska. 'Daar heb ik wel eens wakker van gelegen. Dan dacht ik, kan deze patiënt zo wel naar huis? Zal ik nog een foto aanvragen of toch met de supervisor overleggen? Ja, we zijn ook heel erg in het diepe gegooid.' 'Onze taken waren in het begin niet alleen voor anderen, maar soms ook voor onszelf onduidelijk', knikt Karin.
Steun van chirurgen
Op de thoraxafdeling startte Karin met twee andere verpleegkundig specialisten in spe. 'Wij hadden steun aan elkaar', vertelt ze. 'Bovendien was er een chirurg die bijna met pensioen was, die het belang zag van ons vak en onze supervisor werd.' 'Ook de traumachirurgen en thoraxchirurgen in het Martini en later in het UMCG hebben voor een hele goede begeleiding gezorgd, zegt Mariska. 'Zij durfden het aan om deze nieuwe ontwikkeling te omarmen. De artsen zagen dat wij zorgen voor continuïteit van zorg voor de patiënt. Zo hebben zij werk losgelaten dat wij nu doen.'
Jubileum-etentje
Een keer per jaar eten zes van de Groninger gediplomeerden uit 2000 nog samen. Aan hun loopbanen zie je dat verpleegkundig specialisten inmiddels overal in de zorg werken. Een collega werkt bijvoorbeeld in een huisartsenpraktijk, een ander bij het UWV. 'Wij hebben allemaal meegemaakt wat nu de geschiedenis van dit vak is', realiseert Karin zich. 'Dat gaat dus nooit meer iemand meemaken.'