De 'Human Factor' onderzocht

Jaap Tulleken, programmaleider WEBSTER, over simulatie en onderzoek
Jaap Tulleken, programmaleider WEBSTER, over simulatie en onderzoek

Zorg is mensenwerk. Maar we weten nog steeds heel weinig van die menselijke factor. Hoe komt het dat een overdracht soms beter verloopt dan anders? Dergelijke vraagstukken onderzoekt de afdeling Intensive Care van het UMCG in het Simulation Center. Want research is het fundament van vernieuwing.

Hoe verloopt een medische overdracht op de IC precies? Hoe zou die overdracht beter kunnen? Kan je leiderschap in acute situaties aanleren? Wat doet vermoeidheid ten gevolge van  nachtdiensten met je functioneren? En werkt een powernap dan? Vragen waar de Intensive Care van het UMCG en de faculteit der Letteren van de RUG de komende jaren een antwoord op proberen te vinden. Onder meer met behulp van simulatie in het Simulation Center UMCG

Internist-intensivist professor dr. Jaap Tulleken, programmaleider van WEBSTER (Wenckebach Simulation Center for Training, Education & Research): ‘Er is nog veel te ontdekken over  de rol die de “human factor” speelt binnen de zorg. Simulatie kan helpen om die rol te onderzoeken.’ 

Simulatie is als onderwijsvorm natuurlijk volstrekt ingeburgerd. En inmiddels beschikken veel ziekenhuizen en andere instellingen over een centrum waar met behulp van simulatie professionals veilig en efficiënt kunnen oefenen. Ook het UMCG beschikt al jaren over een goed geoutilleerd simulatiecentrum. Professionals kunnen er in alle rust hun technische vaardigheiden en de “soft skills” trainen. Het simulatiecentrum kan echter ook gebruik worden als laboratorium om onderzoek te doen. Bijvoorbeeld naar die “human factor”.

Human ​​​​​factor

‘Een ziekenhuis is een complexe en dynamische werkomgeving. De kwaliteit en veiligheid van de zorg is afhankelijk van het goed functioneren van ieder teamlid afzonderlijk en van het team als geheel; van ieder onderdeel van de organisatie. De gezondheidszorg is mensenwerk en daardoor per definitie kwetsbaar. Hoe banaal het ook klinkt, de ene dag functioneert iemand gewoon beter dan de andere dag. De variabiliteit van die “human factor”, daar weten we gewoon nog veel te weinig van. Veilige en kwalitatief hoogwaardige zorg staat of valt met ons begrip van die variabiliteit.’

Speaking up in teams

Tulleken toont een sheet waarop is weergegeven hoe een procedure, bijvoorbeeld de opvang van een traumapatiënt, idealiter verloopt. Allereerst is er de voorbereidende fase. Dat is de fase waarin je in alle rust de processen en protocollen kunt doorspreken die van toepassing zijn voor de procedure. Benoem de dingen die helpen bij het soepel verloop. En benoem de dingen die daar niet behulpzaam bij zijn. 

Vervolgens is er de uitvoeringsfase. Ook dan is het zaak om ieder teamlid, ongeacht zijn of haar status, specialisme of discipline, in de gelegenheid te stellen om zich uit te spreken en eventueel aan de noodrem te trekken. 

‘Speaking up in teams noemen we dat.’ Tulleken geeft een voorbeeld. ‘Een ingewikkelde ingreep of situatie. Degene die het moet doen heeft zijn dag niet of het wil gewoon niet. Dan kan het gebeuren dat iemand zich erin vastbijt. Dat hij of zij domweg niet wil opgeven, ook als de protocollen anders aangeven. Dan moet een ander teamlid kunnen en durven ingrijpen, ook als hij lager in de  hiërarchie staat. “Stop! Nu!”’

En ten slotte is er de fase waarin je met elkaar het gebeurde doorspreekt. Het draait dan om het identificeren van zaken die de veiligheid en de kwaliteit bedreigen. Iedere betrokkene moet zich veilig voelen om die dingen te noemen die de kwaliteit en veiligheid negatief beïnvloeden. Met name dat laatste is niet altijd gemakkelijk, ziet ook Tulleken. ‘Het is zou vanzelfsprekend moeten zijn om na iedere potentieel riskante procedure even een debriefing te houden. Heel even de tijd nemen om te benoemen waarom het goed ging, of te benoemen waar het bijna mis ging.’ Hoewel. Tulleken draait dat laatste liever om. ‘Juist als een ingreep goed verliep, is het zaak om te benoemen wat er precies zo goed verliep. En hoe dat kwam. Wat maakte het verschil?’

Onderzoek

Een belangrijke succesfactor is dus die human factor. Tulleken: ‘En van die menselijke factor weten we veel maar vooral veel ook niet. Wij als WEBSTER-team zijn ervan overtuigd dat een simulatiecentrum als het onze een perfect laboratorium kan zijn om die menselijke factor te onderzoeken. Psycholoog Nico Leenstra onderzoekt hier bijvoorbeeld hoe een goede traumaleider acteert.’ 

Leenstra is ook betrokken bij het onderzoek naar de overdracht op IC’s waarvoor het UMCG en de faculteit der Letteren subsidie kregen. Tulleken: ‘Op de IC vindt meerdere malen per dag in meerdere team-samenstellingen een overdracht plaats. Dat doe je niet zomaar. Dat moet je leren. Maar eigenlijk weten we niet precies wat nou de beste aanpak is. Leenstra filmt daarom heel nauwkeurig de interactie tussen zender en ontvanger. En hij zoekt uit welke structuur het best lijkt te werken. Daarbij houdt hij ook rekening met het feit dat de samenstelling van teams die een overdracht doen, iedere keer verschilt. Alleen door dit soort onderzoek kunnen we de overdracht echt verbeteren. Research is het fundament van vernieuwing en simulatie kan ons daarbij helpen.’

29 mei 2019