De patiënten van een specialist ouderengeneeskunde zijn voor het grootste deel mensen die in een verpleeghuis wonen. Veelal oudere mensen – de naam van de functie verraadt dat al – maar soms ook jongere mensen.
“We hebben te maken met patiënten die ernstig ziek zijn of een beperking hebben, en daardoor niet meer in hun eigen huis kunnen wonen”, vertelt Coby Tibben. “De specialist ouderengeneeskunde speelt een belangrijke rol bij medische behandelingen in verpleeghuizen en in de ondersteuning aan huisartsen, die steeds vaker te maken hebben met complexe vraagstukken bij de groeiende groep kwetsbare, langer thuiswonende ouderen.”
Couleur locale
Tibben is specialist ouderengeneeskunde in een verpleeghuis in Friesland en hoofd van de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde van het UMCG. Ze heeft de afgelopen maanden (“Samen met een enthousiast team!”) de nieuwe opleiding opgezet. Het uitgangspunt daarbij is het landelijk opleidingsplan, dat ook voor opleidingen in Amsterdam, Leiden en Nijmegen wordt gebruikt, waar de opleiding al werd aangeboden, en voor de nieuwe opleiding in Maastricht, die ook dit academisch jaar van start is gegaan.
Tibben streeft ernaar om wat Groninger couleur locale aan te brengen aan ‘haar’ opleiding, zoals een stage bij de huisarts, vanwege de intensieve samenwerking tussen de beide specialismen. “En we willen een kwalitatief goede opleiding kunnen aanbieden om specialisten met een hoog kennisniveau op te leiden.”
De samenwerking is er ook met andere zorgverleners: met de fysiotherapeut, de logopedist, de ergotherapeut, de diëtist. En met de verpleegkundigen en verzorgers van een verpleeghuis. De specialist ouderengeneeskunde is degene die ‘het totale plaatje’ ziet, zegt Tibben.
“Alle informatie over een patiënt komt bij de specialist ouderengeneeskunde binnen. We schetsen de prognose en we kijken wat er kan en wat er nodig is om tot voldoende welbevinden te komen in deze fase van het leven.”
Langer thuis
Die fase is niet per se de laatste fase van het leven, al geldt dat voor een aanzienlijk deel van de patiënten wel. Tibben: “We zien dat mensen veel minder lang in een verpleeghuis blijven. Sommigen mensen verblijven er tijdelijk en kunnen na een poosje weer terug naar huis. Want ook als je ouder bent kun je weer herstellen van een dip. Maar we zien ook dat mensen langer thuis blijven wonen, en dat pakt niet altijd goed uit.”
Zo kreeg Tibben zelf onlangs te maken met een oudere mevrouw die alleen woonde, verward was en op straat stond te schreeuwen. “Ze was erg mager. Het eten in haar koelkast was over de datum en beschimmeld. Ze werd bij ons opgenomen, maar het lukte niet om haar weer aan te laten sterken. Ze is kort na haar opname overleden.”
Ethische dilemma's
De specialist ouderengeneeskunde krijgt te maken met ethische dilemma’s, vooral over de vraag welke zorg je nog wel, en welke je niet meer biedt. Wat de patiënt zelf wil is daarbij het belangrijkste, zegt Tibben, maar daarnaast is het aan de specialist ouderengeneeskunde om hierin ook de familie goed te mee te nemen.
Tijdens driejarige opleiding doen de specialisten in opleiding werkervaring op in verpleeghuizen, en zijn er stages in een ziekenhuis, bij de GGZ en de huisarts. “We willen de specialisten in opleiding voorzien van gedegen kennis van hun vak. Dus er is veel aandacht voor de lichamelijke aandoeningen van de mensen die ze gaan behandelen, zoals pijn, obstipatie en wondbehandeling, maar ook de zorg voor mensen met geestelijke aandoeningen zoals depressie, niet-aangeboren hersenletsel of een vorm van dementie”, zegt Tibben.
Communicatie met patiënten, familie en met collega's is van groot belang
“Daarnaast is er aandacht voor alles wat kan bijdragen aan het welbevinden van de patiënten. Denk daarbij aan wat er nodig is om te kunnen kaarten, buiten te kunnen wandelen of een bezoek aan familie te brengen. Bij dit alles is communicatie met patiënten, met de familie en met de collega’s van groot belang.”
Meer aandacht
Tibben verwacht over drie jaar twaalf enthousiaste dokters af te leveren, en hoopt dat de opleiding tegen die tijd is uitgebreid. “Er is in Noord- en Oost-Nederland grote vraag naar specialisten ouderengeneeskunde. Daarom zijn we heel blij dat er in de opleiding geneeskunde in Groningen meer aandacht komt voor ouderengeneeskunde en een deel van de studenten de mogelijkheid hebben om een coschap in een verpleeghuis te doen.”
Zo’n eerste kennismaking tijdens de studie geneeskunde kan de interesse in de specialisatie ouderengeneeskunde aanwakkeren, denkt Tibben. De groep van 12 artsen die gaat beginnen aan de opleiding bestaat uit een aantal twintigers die nog niet zo lang geleden zijn afgestudeerd. Maar er zitten ook wat oudere artsen tussen, bijvoorbeeld iemand met twintig jaar ervaring als huisarts.”
De totale mens in ogenschouw
Die eerdere ervaring is een voordeel, weet Tibben. Zelf maakte ze ooit de switch van gynaecoloog in opleiding naar specialis ouderengeneeskunde. “De kennis die ik heb opgedaan tijdens mijn opleiding tot gynaecoloog helpt me nog altijd. Maar ik ben heel gelukkig dat ik ervoor gekozen heb om specialist ouderengeneeskunde te worden. Het is een prachtig vak waarin je nooit bent uitgeleerd.”
Eigenlijk, zegt Tibben, zou elke arts in opleiding stage moeten lopen in een verpleeghuis. “In het ziekenhuis leer je heel veel over dat ene stukje van het lichaam waar je je in specialiseert. Over hoe een orgaan functioneert, hoe je een bloeduitslag interpreteert. In het verpleeghuis verruim je je blik. Je leert er de totale mens in ogenschouw te nemen.”