Marianne Zwolsman moet best vaak ingewikkelde diëten uitleggen aan zieke kinderen en hun ouders. En zij begrijpt het heus als ouders en patiëntjes die informatie niet allemaal in een keer snappen. Annemarie Tiesinga ziet het vaak wel als haar patiëntjes en ouders stress krijgen van alles wat ze moeten onthouden. En ze snapt waarom een kind dan bijvoorbeeld een antibioticakuur niet heeft afgemaakt.
Ze kennen ons
Marianne en Annemarie willen veel meer aandacht voor patiënten en familie die het lastig vinden om informatie over ziekte en gezondheid te begrijpen. Ze werken in het hele Beatrix Kinderziekenhuis, maar kennen elkaar vooral van het CF-team. Dat team is er voor kinderen met cystic fibrosis (CF), een longziekte die niet meer overgaat. ‘De kinderen met CF en hun ouders kennen ons allemaal, noemen ons bij onze voornamen en weten dat ze ons alles kunnen vragen', zegt Marianne. Zij en Annemarie dachten daarom ook dat ouders en kinderen de informatie altijd wel begrepen.
Geschrokken
'Maar toen we op een congres in Liverpool waren, vertelde een Amerikaanse onderzoeker ons hoeveel patiënten en ouders informatie van het ziekenhuis níet goed begrijpen. We schrokken ervan hoeveel mensen dat zijn. Omdat die informatie nodig is om zo gezond mogelijk te leven', zegt Annemarie.
Training
Samen met hun collega's van het CF-team besloten ze een training te volgen. Zodat ze beter weten of de ouders en kinderen de informatie begrijpen. En kinderen en ouders al hun vragen durven te stellen. In die training moest Marianne meteen denken aan een patiëntje en moeder die ze al jaren kent. 'Het patiëntje had een dieet gekregen dat niet geholpen had. Haar moeder bleef ons daarna maar bellen. Ik snapte er niks van. Waarom bleef ze steeds maar dezelfde vragen stellen?'
Wel lezen en schrijven, maar...
Door de training viel het kwartje: zou de moeder misschien toch niet alles begrepen hebben? 'Omdat ze al zo lang bij ons komt, dacht ik van wel. De moeder kan lezen en schrijven en het hele gezin zorgt goed voor het kind. Toen ik haar en haar kind weer zag, heb ik de tijd genomen en ben met ze om de tafel gaan zitten. De moeder stelde mij allerlei vragen. Ik vertelde dat ze ook veel via MijnUMCG kon doen, in ieder geval mailen. Dat wilde ze best, zei ze, maar ze snapte MijnUMCG niet. Samen hebben we toen stap voor stap alle informatie doorgenomen.'
Goed kijken en luisteren
Marianne begrijpt nu waarom de moeder haar bleef bellen. 'Zo zijn we elkaar dus een tijd misgelopen. Want ik dacht, over deze vragen hadden we het vijf jaar geleden moeten hebben. Ik heb door die training nog beter geleerd om goed te kijken en luisteren naar de patiënten en hun ouders.'
De goede vragen
Annemarie neemt nog bewuster de tijd voor haar spreekuur. 'Ook al is het druk, we moeten de goede vragen aan de mensen stellen, Kijken of ze begrijpen wat wij vertellen. Of aan informatie meegeven. Ik zeg dan niet: 'Hebt u het begrepen?', maar: 'Wat is de belangrijkste vraag die je nu hebt?' En ik vertel dat heel veel mensen deze informatie ingewikkeld vinden. En dan vraag ik, of zij dat misschien ook vinden.' Annemarie en haar collega-verpleegkundigen van het Beatrix Kinderziekenhuis zitten 's ochtends vaak eerst een kwartier bij elkaar om te praten over hun werk. 'Dan besteden we hier ook aandacht aan.'
Ogen geopend
De training heeft Marianne en Annemarie en meer UMCG-collega's de ogen geopend. 'Ik denk dat patiënten en ouders het vaak spannend vinden om naar het UMCG te gaan', besluit Marianne. 'Helemaal als ze moeite hebben om dingen goed te begrijpen. Dus moeten wij steeds bedenken: Hoe kunnen wij ze helpen om hun leven zo goed mogelijk te leven?'