Wetenschappelijk onderbouwing 

Vitaal leren en werken met een leerafdeling
Vitaal leren en werken met een leerafdeling
De concepthandleiding is tot stand gekomen door middel van kwalitatief onderzoek waarbij twee onderzoekers de data verzameling en analyse hebben uitgevoerd.

Methodes van data verzameling

De volgende methodes van data verzameling gebruikt:  
  • Semigestructureerde interviews: Semigestructureerde interviews zijn gehouden met 30 verschillende betrokkenen van de leerafdelingen (12 studenten, 9 verpleegkundigen, 2 praktijkopleiders, 2 managers, en 5 docenten). De interview vragen zijn opgesteld op basis van het RE-AIM framework en bestaande literatuur over werk- en leerklimaat. 
  • Observaties: Twee onderzoekers hebben los van elkaar een dagdienst geobserveerd op een leerafdeling. Eén observatie vond plaats op een revalidatieafdeling en de andere observatie vond plaats op chirurgie afdeling. De onderzoekers hebben na afloop field notes gemaakt die zijn meegenomen in de analyse. 
  • Desktopstudie: een desktop studie (ook wel document analyse genoemd) is uitgevoerd. Hiervoor heeft de projectleider van de leerafdelingen in het UMCG bestanden aangeleverd die gebruikt worden voor en door de leerafdelingen. Voorbeelden van verzamelde en geanalyseerde documenten zijn bijvoorbeeld checklists om een leerafdeling op te zetten, eindrapportage van het project, en inwerkprogramma's voor de leerafdeling. Naast dat deze bestanden een beeld gaven van de opzet en werking van de leerafdeling zijn deze bestanden ook als bijlages opgenomen in deze handleiding om als handreiking om leerafdelingen op te zetten. 
  • Literatuur studie: om de didactische onderbouwing van de leerafdelingen in kaart te brengen is een systematische literatuurstudie uitgevoerd. Hierbij is gezocht naar review studies, waarmee er een review van reviews gecreëerd werd (ook wel umbrella review genoemd).  De volgende onderwerpen zijn in de zoekstrategie geoperationaliseerd: interprofessioneel leren, peer learning, samenwerkend leren, andere soortgelijke opleidingsmodellen, en coachend begeleiden. Deze zoektocht leverde 4594 unieke hits op, waarvan 23 aan de inclusie criteria voldeden en zijn meegenomen in de analyse. 
  • Feedbacksessie: er is een feedbacksessie georganiseerd met partners van andere instellingen en de eigen instelling om te de overdraagbaarheid van de handleiding in andere contexten te verifiëren. Tijdens deze feedbacksessie waren er 19 deelnemers aanwezig van. Alfa-college, Erasmus MC, Hanze Hogeschool, MUMC, UMCU, UvA, VUmc, en het UMCG. 
Meer informatie: Beschrijving van de methode dataverzameling.

Elke afdeling heeft de ruimte om het format naar eigen inzicht in te vullen op de afdeling. Hierdoor zijn er verschillende manieren waarop leerafdelingen vorm krijgen in het UMCG . Voor afdelingen die zich richten op de initiële opleiding wordt dit bijvoorbeeld op de volgende manier georganiseerd: Drie verschillende mbo instellingen samen met één hbo instelling leveren derde of vierdejaars studenten. De studenten lopen gezamenlijk 20 weken lang stage op de leerafdeling en werken in gemixte koppels. 
  • Met deze Sway hebben we onze inzichten gedeeld over het opzetten van UMCG-Hanze-Gilde leerafdelingen en deze ontsloten voor anderen die plannen hebben om leerafdelingen op te zetten of deze al hebben en verder willen ontwikkelen. 

    We leiden mensen op voor een toekomst die we zelf nog niet kennen. Dat betekent dat er in ieder geval een stevige basiskennis aanwezig moet zijn, maar ook dat jonge talenten uitgedaagd worden om op onderzoek uit te gaan en vindingrijk te zijn in oplossingen zoeken voor problemen die ze tegenkomen. 

    Wij hopen met deze beschrijving een basis te geven voor leerafdelingen als omgeving om in op onderzoek uit te gaan en in de driehoek onderwijs-onderzoek-praktijk tot innovaties in de zorg te komen. Dat kan op vele manieren. 

    Bijvoorbeeld onderwijskundig naar het leerklimaat of de effectiviteit van de gebruikte didactiek en pedagogiek in leerafdelingen, of de kosteneffectiviteit op maatschappelijk niveau, maar ook vakinhoudelijke onderwerpen over nieuwe vormen van zorg en de manier waarop we zorg op een vitale wijze kunnen blijven verlenen. 

    Uit dit project zijn onderwerpen naar voren die vragen om (vervolg)onderzoek. Uit de feedbackbijeenkomst met externe partijen werd duidelijk dat de invoering van leerafdelingen heel verschillend uit kan pakken en niet vanzelfsprekend succesvol zijn. Het is van belang om meer zicht op te hebben op verschillende niveaus. 

    Vanuit patiëntperspectief is het van wezenlijk belang om de effecten van leerafdelingen op de (ervaren) kwaliteit van zorg verder te onderzoeken op thema’s als veiligheid; persoonsgerichte zorg; waarde gericht zorg; gezamenlijke besluitvorming; betrekken van familie. Hierbij is het nodig te weten hoe effectief het is, bijvoorbeeld gekwantificeerd in patient reported outcome measures (PROMS) en meer in de diepte wat het effectief maakt. 

    Voor de leerafdelingen als vorm van opleiden in de praktijk is toegepast wetenschappelijk onderzoek nodig naar de didactische principes en systematische doorontwikkeling van leerafdelingen ten behoeve van het leer-/ werkklimaat. Naast kwalitatief diepte inzicht blijven geven is er vooral kwantitatieve onderbouwing nodig over de effectiviteit van leerafdelingen. Te beginnen bij natuurlijke experimenten waarin geleidelijke invoering van leerafdelingen gemonitord wordt op uitkomsten als studierendement (behalen leerdoelen; studieduur; uitval); professionele identiteitsontwikkeling; en het (ervaren) leer-/werkklimaat om vitaal te blijven. Alleen al het benutten van bestaande data zou een enorme winst zijn hierin. 

    Overstijgend zijn leerafdelingen een vruchtbare voedingsbodem waar onderwijs en praktijk met onderzoekers/ ontwikkelaars samen kunnen innoveren. De ‘natuurlijke onderwijs en praktijk setting’ faciliteert de implementatie van ontwikkelingen. Met meer samenwerking van onderwijs en praktijk instellingen is schaalvergroting mogelijk om (zorg)innovaties vanuit leerafdelingen te ontwikkelen en deze (participatief) te onderzoeken in proces en effectiviteit. 

    Hoe mooi zou het zijn als we daarvoor een netwerk met een kennisbank kunnen opbouwen waarin we gezamenlijk optrekken om te innoveren in onderwijs en zorg. Met elkaar delen wat we lokaal ontwikkelen en uitproberen, en veel belovende ontwikkelingen landelijk onderzoeken. Wij kijken er naar uit, 

    Fenna Wolthuis
    Pepijn Roelofs
    Jojanneke van Schie
    Annita van Wijlen
    Evelyn Finnema